okie in afrika
08 Oktober 2013 | Oeganda, Kampala
Kampala: dinsdag 1 oct (vervolg)
Geoffrey was wat verlaat en zag op weg naar het hotel twee zwaar transpirerende blanken lopen tussen alleen maar zwarte mensen. Op hun witte kleding modder. De haren vochtig onder hun hoedjes. De rechte, misschien wat stramme, houding en de zonnebrillen maakte iets goed. Maar het beeld gaf aan dat de koloniale tijd voorbij was.
Geoffrey kwam met zijn passagiers makkelijk langs de bewaking (met geweren) van het universiteitscomplex. De universiteit is een groot complex met als hoofdgebouw een koloniaal gebouw met een hoge toren. Het gebouw lijkt op een soort Duits slot met kleine raampjes en groene luikjes. Vreemd. Want : Uganda was een Engels protectoraat en dan verwachte okie eerder een soort oxford achting gebouw. Om dit hoofdgebouw liggen alle faculteitsgebouwen en studenten huisvesting. Allemaal gebouwen van rond de jaren 60 of 70. Veel beton en twee of drie verdiepingen hoog. Overal liepen zwarte studenten. Zeer weinig blanken.
De lunch met Ponsiano was goed. Okie en zijn gevolg (Geoffrey erbij) werden met alle egards door het bedienend personeel ontvangen. In de hal zat nog een ander gezelschap . Ponsiano vertelde over zijn jeugd. Hij was kind soldaat geweest bij de LRA (Lord Resistance Armee). Dat verklaarde mogelijk een soort deuk over zijn hele gezicht. Alsof er een bijl in gezeten had. Hij was weten te ontkomen. Het was een groep kinderen zei Ponsiano die elkaar ook nodig had en ook vrienden waren. Toen haakte Geoffrey in en vertelde dat hij ook kind soldaat was geweest en hij nog leuke dingen daarover kon vertellen. Het leek Okie niet echt een lunch onderwerp. Maar het verraste hem wel dat er ook , zeker door Geoffye ook met enige trots over werd gesproken. Ook Geoffrey was weten te ontsnappen. Hij was naar Kampala getrokken om een nieuw begin te maken. Zijn grootmoeder had hem opgevoed en als levensles meegeven dat hij goed van anderen moest leren en hard moest werken om verder te komen. Andere familie had hij niet meer.
Met Ponsiano zou okie bij prof David langs gaan om persoonlijk e.e.a. te regelen. Via de mail en post werkte dat niet. Op al zijn mail had hij weinig vernomen.
De rechten faculteit zit ook in een flatachtig gebouw van veel beton.
Okie ging eerst naar Joan voor informatie. Zij zat in een soort bezemkast die volstond met kasjes vol stapels papier en op de grond rijen ingebonden scripties. De digitale tijd was hier nog niet doorgedrongen. Tussen al het papier een minuscuul bureautje en een volslanke erg zwarte Joan. Zij baande zich een weg door de cellulose naar de deur om Okie en Ponsiano te begroeten.
Nee zij wist niet wat mogelijk was, maar professor David zou dat weten en daar zou mee gesproken moeten worden. Die zat in een ander gebouw. Daar naar toe gegaan.
De gangen van de faculteit zagen eruit alsof het de kelder galerij was van een slecht onderhouden flat in Nederland uit 1950. Betonnen muren, hekken voor gaten in de muren, muren met gele beton verf, met veel oneffenheden , deuren die scheef hingen.
De secretaresse van prof David zat in een nog kleinere ruimte die nog voller was dan bij Joan. Okie zat nu dicht bij de bron. In de gang had hij ook al de (versleten ) deur met het naambordje prof David gezien.
Carla en Geoffrey zeulden volgzaam achter Okie aan. Dit was zijn ding nu. Terwijl Okie zijn zaak bepleitte bij de secretaresse wachtten Carla en Geoffrey bescheiden in de gang. Ongeveer ter hoogte van de kamer van David.
Okie had sterk het gevoel dat de secretaresse het begreep en toen zij vroeg even te wachten omdat ze het met prof David zou gaan opnemen had Okie er alle vertrouwen in dat er nu echt spijkers met koppen werden geslagen. De directe persoonlijke benadering bleek de goede weg.
Carla zag de secretaresse de kamer uitkomen en zich sloffend naar de kamer van David begeven. Zij naar binnen. Na korte tijd kwam ze eruit en slofte terug haar kamer in. Kort daarop opende zich met een ruk de kamer van David: een dikke zwarte man, met een dikke nek en een kale kop kwam gehaast naar buiten met een klein stapeltje papier onder de arm en spoedde zich door de betonnen gang naar buiten.
David was bijzonder verstoord dat hij werd lastig gevallen. Hij had in de faculteit een belangrijke leidersrol en dan kon hij niet zomaar iemand ontvangen. En zeker niet zomaar iemand uit Nederland. Hij herinnerde zich nu het schriftelijke verzoek dat zijn secretaresse hem een keer had laten zien. Maar hij was er nog niet aan toegekomen en had er ook geen zin in om naar te kijken. Hij had het teruggegeven aan Joan. Die moest er maar iets mee doen of opbergen.
David schrok, deze okie uit Holland was nu kennelijk in het gebouw. Door deze druk wilde hij zich niet laten beïnvloeden en snelde weg. Zijn blik gleed over de wanden van de gang en vervulde hem met trots. De studenten in de gang die voor een tralie werk wachtten voor een kopietje dat werd gemaakt groetten de professor met respect. De professor had het overduidelijk weer druk en moest waarschijnlijk snel naar een vergadering.
Okie was blij dat de secretaresse zo snel terug was. Hoopvol keek hij haar aan. Zij vertelde dat de professor er niet was en dat okie beter zich kon vervoegen bij de afdeling registratie, kamer 412.
Okie naar buiten. Daar vernam hij van Carla het verwarrende nieuws dat de professor in alle haast zojuist het pand had verlaten. Okie opperde nog dat David misschien snel naar de afdeling registratie kon zijn gegaan om okie als Europese en toch gewilde student voor te zijn. Dan was alles geregeld als okie daar aankwam. Carla keek haar man met mededogen aan.
Aangekomen bij kamer 412 was die op slot. Met een rij studenten die passief wachtten. Bij navraag al ongeveer 2 uur. Na een klein kwartiertje te hebben gewacht werd het okie duidelijk dat dit niet ging werken.
Ponsiano legde uit dat in Uganda niet alles snel verloopt en je geduld moet hebben. Hij is een priester en zijn woorden werkten helend voor de gekrengde gevoelens van okie. Tevens gaf het hoop. Carla was opmerkelijk coulant voor okie . Geen woorden van verwijt voor het feit dat dit alles een volle hete zweet dag had gekost en dat iedereen maar wat zei om te vergenoegen, maar er niets gedaan werd of gebeurde. Normaal is haar reactie assertiever en soms op okie gericht. Okie dacht dat haar ingetogen houding nu voortkwam niet zozeer uit compassie voor Okies lot, maar meer uit angst voor de wachten bij de ingang en respect voor Ponsiano. De hitte maakte ook murf.
Daarna een rondtoer door student Ponsiana naar zijn wooncomplex. Weer een betonnen flat. Vier verdiepingen. Had ook in het voormalige oostblok kunnen liggen. Gebouwd in een carre met een binnen plaats. Koeler daar. Bij de ingang een huisbewaarder die precies moest weten wie er in en uit ging. Op ieder verdieping een keuken en een washok voor de studenten , met een eigen kokkin en schoonmaakt ploegje. Vrouwen die blij lijken met hun baan. Normale studentenkamers.
De ivoren toren had voor okie een eigen betekenis gekregen. Het was niet de kleur die de toren de naam had gegeven maar gaf de status aan van het hogere kader, waaronder professoren; onbereikbaar via een normale weg.
Tijd voor plan B zei Ponsiano.
Naar Lira en daaran door naar Apac: Woensdag 2 Oktober 2013
Vroeg op. Posiano had een auto geregeld met chauffeur voor de reis naar Lira. Lange reis door vlak land over een vaak smalle reep asfalt met veel gaten en te smal voor twee richting verkeer. Dus vaak spannend wie uitwijkt naar de kant, het zand langs de weg op.
De regering had de weg laten aanleggen. Dus had de aannemer er een te dunne laag asfalt voor de volle prijs van een dikke laag opgelegd. Na wat regen is die gescheurd en vol gaten. De chinezen , zo vertelde ponsiano, hadden laten zien dat het ook anders kon. Zij hebben een weg aangelegd met een zeer dikke laag asfalt die er nog punt gaaf bij ligt. Dat maakte zoveel indruk dat zij goede contracten terug kregen voor waterdammen en mijnexploitatie..
De weg voerde langs een wat vlak landschap met verspreid groepjes wat schrale bomen. Enorme stukken land zijn omheind met prikkeldraad met stroom erop. Dit land is van de hoge politieke leiders of hun vrienden. De boeren mogen er voor een laag loon op werken.
In Lira stond een afspraak met de bisschop. Lira is een herhaling in het klein van Kampala, maar dan zonder hoge gebouwen. Dus rijen containerachtige winkeltjes met bijbehorende rotzooi er in er erbuiten. En townschip bewoning. En een klein wijkje met stenen huisjes, kleine villatjes. En het huis en kantoor van de bisschop. Modest.
Het mooiste huis in Lira was van de chauffeur. Die had het geluk voor een Duitse ngo te rijden en die zocht een kantoortje. De deal werd dat hij op kosten van de liefdadigheidsinstelling een huis en kantoor mocht bouwen en dat voor 5 jaar voor niets ter beschikking moest stellen. Zo geschiedde. Hij is nu een rijk man. Iedereen in Lira benijdt hem en hoopt ook zo’n ngo te ontmoeten. “Thank you, you bring your money to our country”.
Carla wilde graag fietsen kopen en omdat dat volgens Ponsiano niet in Apac mogelijk zou zijn, moest dat ook nog even gebeuren. Dus in een winkeltje twee fietsen gekocht, in China gemaakt. Zeer matige kwaliteit. Alles hing nog los en in een andere container werd de fiets rijklaar gemaakt door iemand die Ponsiano ook weer kende. Vervolgens werd het vervoer naar apac geregeld . Op het dak van een auto van iemand die naar Apac moest. De fietsonderdelen begonnen al los te laten bij het opladen van de fietsen. Overigens ook autoonderdelen. Okie mocht niet zeuren, het vervoer was voor een minimale prijs.
Daarna op weg naar Apac.
De weg van Lira naar Apac leek op een weg over een ingedroogd erg lang bospad. De rit was lang en hobbelig. Tussen veel bomen en twee dorpen als onderbreking; weer container winkels, rommel, handel in alles en wat hutten. Een van die dorpen had de naam van Ponsiano’s grootvader die daar stamhoofd was geweest.
De donkerte valt snel in Uganda. Nog lange tijd door het donker gereden.
Opeens remde de auto voor een grote groep mensen die de weg blokkeerde. Na uit de auto te zijn gekropen werden okie en Carla door gillende en dansende donkere kinderen , wapperend met waaiers, lampjes en bladeren meegevoerd.
Okie en Carla waren in Apac aangekomen, bij de meisjes school Sint Francesca.
De mensenmassa bewoog zich voort als bruine chocolade pudding die uit een pak op een bord wegvloeit. In een golf van dansende en zingende zwarte meisjes werden okie en Carla licht opgetild en voortgestuwd naar de school. Het waren honderden kinderen tvan alle leeftijden, docenten en mensen uit de omgeving. Overal beweging, zingen, en meisjes die heel hard korte hoge tonen uitstoten, een orgie van blijheid. De kinderen klemden zich als slakken vast aan Okie en Carla. Okie voelde erg nabij de ontluikende vrouwelijke lichamen, maar door de vele kuilen in de weg diende zijn gedachten geconcentreerd te blijven op zijn voeten.
Okie voelde zich als een stamhoofd die als overwinnaar van de vijand na lange tijd bij zijn clan terug kwam en werd verwelkomd en bedankt voor zijn grote daden. Ook voelde hij zich wat beschaamd omdat een dergelijke ontvangst wat onverdiend was.
Na door de feestboog te zijn gevoerd vonden op het ruime schoolplein andere welkomstrituelen plaats. Totdat de stroom uitviel. Alles donker! De rest zou de volgende dag plaats vinden.
De kamer voor Okie en Carla zat in het priesterhuis van de school. De kamer rook nog naar verf. Op sommige plekken was die nog nat. Dit had mogelijk als voordeel dat het de scherpe geur de muggen weghield of doodde. De kamer deed Okie denken aan de wasruimte van een slechte Franse camping. Alles was geprobeerd om de ruimte comfortabel te maken. In een zeer klein voorkamertje, uitkomend op een binnenplaats met een waranda van met glofplaten, twee zetelachtige stoelen, een kast en een scheef salontafeltje. In een naastgelegen hokje een nieuwgemaakt tweepersoons bed met een muggennet (dat later bleek te zijn gegeven door het ziekenhuis als hulp) en naast dit slaapkamertje een washokje met een een douchkraan waar geen water uit kwam en een toilet (wit met bruine accenten) met een nieuwe bril. Omdat er geen waterdruk was stonden er ook twee grote gele plastic waterjerrycans.
De spaarlampen aan het plafond waren slechts versiering omdat er geen stroom was. Het koude licht van een lampje op batterijen met led licht (uiteraard made in China; dit lampje werkte dus) verhulde de oneffenheden in de wand en de scheuren in de wastafel
Geoffrey was wat verlaat en zag op weg naar het hotel twee zwaar transpirerende blanken lopen tussen alleen maar zwarte mensen. Op hun witte kleding modder. De haren vochtig onder hun hoedjes. De rechte, misschien wat stramme, houding en de zonnebrillen maakte iets goed. Maar het beeld gaf aan dat de koloniale tijd voorbij was.
Geoffrey kwam met zijn passagiers makkelijk langs de bewaking (met geweren) van het universiteitscomplex. De universiteit is een groot complex met als hoofdgebouw een koloniaal gebouw met een hoge toren. Het gebouw lijkt op een soort Duits slot met kleine raampjes en groene luikjes. Vreemd. Want : Uganda was een Engels protectoraat en dan verwachte okie eerder een soort oxford achting gebouw. Om dit hoofdgebouw liggen alle faculteitsgebouwen en studenten huisvesting. Allemaal gebouwen van rond de jaren 60 of 70. Veel beton en twee of drie verdiepingen hoog. Overal liepen zwarte studenten. Zeer weinig blanken.
De lunch met Ponsiano was goed. Okie en zijn gevolg (Geoffrey erbij) werden met alle egards door het bedienend personeel ontvangen. In de hal zat nog een ander gezelschap . Ponsiano vertelde over zijn jeugd. Hij was kind soldaat geweest bij de LRA (Lord Resistance Armee). Dat verklaarde mogelijk een soort deuk over zijn hele gezicht. Alsof er een bijl in gezeten had. Hij was weten te ontkomen. Het was een groep kinderen zei Ponsiano die elkaar ook nodig had en ook vrienden waren. Toen haakte Geoffrey in en vertelde dat hij ook kind soldaat was geweest en hij nog leuke dingen daarover kon vertellen. Het leek Okie niet echt een lunch onderwerp. Maar het verraste hem wel dat er ook , zeker door Geoffye ook met enige trots over werd gesproken. Ook Geoffrey was weten te ontsnappen. Hij was naar Kampala getrokken om een nieuw begin te maken. Zijn grootmoeder had hem opgevoed en als levensles meegeven dat hij goed van anderen moest leren en hard moest werken om verder te komen. Andere familie had hij niet meer.
Met Ponsiano zou okie bij prof David langs gaan om persoonlijk e.e.a. te regelen. Via de mail en post werkte dat niet. Op al zijn mail had hij weinig vernomen.
De rechten faculteit zit ook in een flatachtig gebouw van veel beton.
Okie ging eerst naar Joan voor informatie. Zij zat in een soort bezemkast die volstond met kasjes vol stapels papier en op de grond rijen ingebonden scripties. De digitale tijd was hier nog niet doorgedrongen. Tussen al het papier een minuscuul bureautje en een volslanke erg zwarte Joan. Zij baande zich een weg door de cellulose naar de deur om Okie en Ponsiano te begroeten.
Nee zij wist niet wat mogelijk was, maar professor David zou dat weten en daar zou mee gesproken moeten worden. Die zat in een ander gebouw. Daar naar toe gegaan.
De gangen van de faculteit zagen eruit alsof het de kelder galerij was van een slecht onderhouden flat in Nederland uit 1950. Betonnen muren, hekken voor gaten in de muren, muren met gele beton verf, met veel oneffenheden , deuren die scheef hingen.
De secretaresse van prof David zat in een nog kleinere ruimte die nog voller was dan bij Joan. Okie zat nu dicht bij de bron. In de gang had hij ook al de (versleten ) deur met het naambordje prof David gezien.
Carla en Geoffrey zeulden volgzaam achter Okie aan. Dit was zijn ding nu. Terwijl Okie zijn zaak bepleitte bij de secretaresse wachtten Carla en Geoffrey bescheiden in de gang. Ongeveer ter hoogte van de kamer van David.
Okie had sterk het gevoel dat de secretaresse het begreep en toen zij vroeg even te wachten omdat ze het met prof David zou gaan opnemen had Okie er alle vertrouwen in dat er nu echt spijkers met koppen werden geslagen. De directe persoonlijke benadering bleek de goede weg.
Carla zag de secretaresse de kamer uitkomen en zich sloffend naar de kamer van David begeven. Zij naar binnen. Na korte tijd kwam ze eruit en slofte terug haar kamer in. Kort daarop opende zich met een ruk de kamer van David: een dikke zwarte man, met een dikke nek en een kale kop kwam gehaast naar buiten met een klein stapeltje papier onder de arm en spoedde zich door de betonnen gang naar buiten.
David was bijzonder verstoord dat hij werd lastig gevallen. Hij had in de faculteit een belangrijke leidersrol en dan kon hij niet zomaar iemand ontvangen. En zeker niet zomaar iemand uit Nederland. Hij herinnerde zich nu het schriftelijke verzoek dat zijn secretaresse hem een keer had laten zien. Maar hij was er nog niet aan toegekomen en had er ook geen zin in om naar te kijken. Hij had het teruggegeven aan Joan. Die moest er maar iets mee doen of opbergen.
David schrok, deze okie uit Holland was nu kennelijk in het gebouw. Door deze druk wilde hij zich niet laten beïnvloeden en snelde weg. Zijn blik gleed over de wanden van de gang en vervulde hem met trots. De studenten in de gang die voor een tralie werk wachtten voor een kopietje dat werd gemaakt groetten de professor met respect. De professor had het overduidelijk weer druk en moest waarschijnlijk snel naar een vergadering.
Okie was blij dat de secretaresse zo snel terug was. Hoopvol keek hij haar aan. Zij vertelde dat de professor er niet was en dat okie beter zich kon vervoegen bij de afdeling registratie, kamer 412.
Okie naar buiten. Daar vernam hij van Carla het verwarrende nieuws dat de professor in alle haast zojuist het pand had verlaten. Okie opperde nog dat David misschien snel naar de afdeling registratie kon zijn gegaan om okie als Europese en toch gewilde student voor te zijn. Dan was alles geregeld als okie daar aankwam. Carla keek haar man met mededogen aan.
Aangekomen bij kamer 412 was die op slot. Met een rij studenten die passief wachtten. Bij navraag al ongeveer 2 uur. Na een klein kwartiertje te hebben gewacht werd het okie duidelijk dat dit niet ging werken.
Ponsiano legde uit dat in Uganda niet alles snel verloopt en je geduld moet hebben. Hij is een priester en zijn woorden werkten helend voor de gekrengde gevoelens van okie. Tevens gaf het hoop. Carla was opmerkelijk coulant voor okie . Geen woorden van verwijt voor het feit dat dit alles een volle hete zweet dag had gekost en dat iedereen maar wat zei om te vergenoegen, maar er niets gedaan werd of gebeurde. Normaal is haar reactie assertiever en soms op okie gericht. Okie dacht dat haar ingetogen houding nu voortkwam niet zozeer uit compassie voor Okies lot, maar meer uit angst voor de wachten bij de ingang en respect voor Ponsiano. De hitte maakte ook murf.
Daarna een rondtoer door student Ponsiana naar zijn wooncomplex. Weer een betonnen flat. Vier verdiepingen. Had ook in het voormalige oostblok kunnen liggen. Gebouwd in een carre met een binnen plaats. Koeler daar. Bij de ingang een huisbewaarder die precies moest weten wie er in en uit ging. Op ieder verdieping een keuken en een washok voor de studenten , met een eigen kokkin en schoonmaakt ploegje. Vrouwen die blij lijken met hun baan. Normale studentenkamers.
De ivoren toren had voor okie een eigen betekenis gekregen. Het was niet de kleur die de toren de naam had gegeven maar gaf de status aan van het hogere kader, waaronder professoren; onbereikbaar via een normale weg.
Tijd voor plan B zei Ponsiano.
Naar Lira en daaran door naar Apac: Woensdag 2 Oktober 2013
Vroeg op. Posiano had een auto geregeld met chauffeur voor de reis naar Lira. Lange reis door vlak land over een vaak smalle reep asfalt met veel gaten en te smal voor twee richting verkeer. Dus vaak spannend wie uitwijkt naar de kant, het zand langs de weg op.
De regering had de weg laten aanleggen. Dus had de aannemer er een te dunne laag asfalt voor de volle prijs van een dikke laag opgelegd. Na wat regen is die gescheurd en vol gaten. De chinezen , zo vertelde ponsiano, hadden laten zien dat het ook anders kon. Zij hebben een weg aangelegd met een zeer dikke laag asfalt die er nog punt gaaf bij ligt. Dat maakte zoveel indruk dat zij goede contracten terug kregen voor waterdammen en mijnexploitatie..
De weg voerde langs een wat vlak landschap met verspreid groepjes wat schrale bomen. Enorme stukken land zijn omheind met prikkeldraad met stroom erop. Dit land is van de hoge politieke leiders of hun vrienden. De boeren mogen er voor een laag loon op werken.
In Lira stond een afspraak met de bisschop. Lira is een herhaling in het klein van Kampala, maar dan zonder hoge gebouwen. Dus rijen containerachtige winkeltjes met bijbehorende rotzooi er in er erbuiten. En townschip bewoning. En een klein wijkje met stenen huisjes, kleine villatjes. En het huis en kantoor van de bisschop. Modest.
Het mooiste huis in Lira was van de chauffeur. Die had het geluk voor een Duitse ngo te rijden en die zocht een kantoortje. De deal werd dat hij op kosten van de liefdadigheidsinstelling een huis en kantoor mocht bouwen en dat voor 5 jaar voor niets ter beschikking moest stellen. Zo geschiedde. Hij is nu een rijk man. Iedereen in Lira benijdt hem en hoopt ook zo’n ngo te ontmoeten. “Thank you, you bring your money to our country”.
Carla wilde graag fietsen kopen en omdat dat volgens Ponsiano niet in Apac mogelijk zou zijn, moest dat ook nog even gebeuren. Dus in een winkeltje twee fietsen gekocht, in China gemaakt. Zeer matige kwaliteit. Alles hing nog los en in een andere container werd de fiets rijklaar gemaakt door iemand die Ponsiano ook weer kende. Vervolgens werd het vervoer naar apac geregeld . Op het dak van een auto van iemand die naar Apac moest. De fietsonderdelen begonnen al los te laten bij het opladen van de fietsen. Overigens ook autoonderdelen. Okie mocht niet zeuren, het vervoer was voor een minimale prijs.
Daarna op weg naar Apac.
De weg van Lira naar Apac leek op een weg over een ingedroogd erg lang bospad. De rit was lang en hobbelig. Tussen veel bomen en twee dorpen als onderbreking; weer container winkels, rommel, handel in alles en wat hutten. Een van die dorpen had de naam van Ponsiano’s grootvader die daar stamhoofd was geweest.
De donkerte valt snel in Uganda. Nog lange tijd door het donker gereden.
Opeens remde de auto voor een grote groep mensen die de weg blokkeerde. Na uit de auto te zijn gekropen werden okie en Carla door gillende en dansende donkere kinderen , wapperend met waaiers, lampjes en bladeren meegevoerd.
Okie en Carla waren in Apac aangekomen, bij de meisjes school Sint Francesca.
De mensenmassa bewoog zich voort als bruine chocolade pudding die uit een pak op een bord wegvloeit. In een golf van dansende en zingende zwarte meisjes werden okie en Carla licht opgetild en voortgestuwd naar de school. Het waren honderden kinderen tvan alle leeftijden, docenten en mensen uit de omgeving. Overal beweging, zingen, en meisjes die heel hard korte hoge tonen uitstoten, een orgie van blijheid. De kinderen klemden zich als slakken vast aan Okie en Carla. Okie voelde erg nabij de ontluikende vrouwelijke lichamen, maar door de vele kuilen in de weg diende zijn gedachten geconcentreerd te blijven op zijn voeten.
Okie voelde zich als een stamhoofd die als overwinnaar van de vijand na lange tijd bij zijn clan terug kwam en werd verwelkomd en bedankt voor zijn grote daden. Ook voelde hij zich wat beschaamd omdat een dergelijke ontvangst wat onverdiend was.
Na door de feestboog te zijn gevoerd vonden op het ruime schoolplein andere welkomstrituelen plaats. Totdat de stroom uitviel. Alles donker! De rest zou de volgende dag plaats vinden.
De kamer voor Okie en Carla zat in het priesterhuis van de school. De kamer rook nog naar verf. Op sommige plekken was die nog nat. Dit had mogelijk als voordeel dat het de scherpe geur de muggen weghield of doodde. De kamer deed Okie denken aan de wasruimte van een slechte Franse camping. Alles was geprobeerd om de ruimte comfortabel te maken. In een zeer klein voorkamertje, uitkomend op een binnenplaats met een waranda van met glofplaten, twee zetelachtige stoelen, een kast en een scheef salontafeltje. In een naastgelegen hokje een nieuwgemaakt tweepersoons bed met een muggennet (dat later bleek te zijn gegeven door het ziekenhuis als hulp) en naast dit slaapkamertje een washokje met een een douchkraan waar geen water uit kwam en een toilet (wit met bruine accenten) met een nieuwe bril. Omdat er geen waterdruk was stonden er ook twee grote gele plastic waterjerrycans.
De spaarlampen aan het plafond waren slechts versiering omdat er geen stroom was. Het koude licht van een lampje op batterijen met led licht (uiteraard made in China; dit lampje werkte dus) verhulde de oneffenheden in de wand en de scheuren in de wastafel
-
08 Oktober 2013 - 11:41
Maud:
Jeeeej de rest van het verhaal staat erop. Wat leuk, net alsof ik een boek lees waar elke keer een nieuw hoofdstuk van verschijnt. Bizar dat jullie dat ook daadwerkelijk meemaken! Wel gek gevoel, maar ook wel te verwachten, dat jullie door iedereen gezien worden als mogelijkheden voor een rijke toekomst. Kan me voorstellen dat je daar wel ongemakkelijk van wordt bij al die welkomstdansen. Je kan niet iedereen helpen, maar alle beetjes helpen! Sowieso een enorm bijzondere ervaring om mee te nemen voor jullie. Veel succes en laat het over jullie heen komen. Veel liefs, Maud -
08 Oktober 2013 - 18:01
P.J.:
Grootte Weldoener -
08 Oktober 2013 - 18:11
PJ :
Waarom komt mijn tekst niet in het bovenstaand venster?
Dan nogmaals:
Grootte Weldoener:
Ik geniet enorm van jouw prachtig ( beschreven) avonturen.
Hoop dat je volhardt en jouw schrijftrant volhoudt en dat de Oegandese censuur geen Nederlands leest.
Groet
PJ -
09 Oktober 2013 - 17:18
Marga:
bedankt Okie voor het mooie uitgebreide verslag. ik zie het helemaal voor me en deel zo in jullie ervaringen en ontmoetingen.
Okie ? een pseudoniem werkt niet echt; het druipt er lekker van af wie schrijft!
ga er maar lekker mee door. veel plezier met ballen en touwtjesspringen
liefs Marga -
09 Oktober 2013 - 20:46
Mekie:
Mooie fotos, precies zoals ik Afrika ken nadat ik daar in 1976 voor het laatst was. Het lijkt alsof er niets veranderd is. Het leven loop in een ander tempo en met andere normen en waarden. Geniet van de vrolijke mensen daar, en volg mijn advies op: als het echt moeilijk wordt, niet boos worden, gewoon een hele flauwe grap vertellen en zelf hard gaan lachen.... Doet wonderen. Dont take life too serious! -
09 Oktober 2013 - 21:24
Nel De Lint:
Dank "Okie" voor je uitgebreide verslag, of moet ik het een ontnuchtering noemen na al die maanden van intense voorbereiding? Heerlijk dat jullie uiteindelijke aankomst in Kapra, ondanks het ontbreken van fris water, een warme douche was.
Ik zie uit naar jullie verdere verhalen! -
09 Oktober 2013 - 22:11
Tinneke De Jong:
Genoten van je verslag. Wat was het welkom door de school warm en prachtig. Ik hoop dat je stromend water krijgt. Pole pole -
10 Oktober 2013 - 22:22
Wim/Elly Spapens:
Huub, complimenten voor je humoristisch reisverslag! Ondanks tegenslag links en rechts weet je een en ander met een kwinkslag te relativeren. Het geeft ons wel een goed beeld van een andere mentaliteit in een ver land. Lees jij onze reacties ook? Ik zie mijn reacties hierboven niet vermeld: misschien doe ik iets fout. Hoe dan ook: hartelijke groet van ons voor jullie beiden en veel succes!
Wim/Elly Spapens
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley