marcheren in apac, oeganda
24 Oktober 2013 | Oeganda, Apac
Apac, 9 oktober 2013: Marcheren
De tamboer had een kaal, wat hoekig groot hoofd. Hij liep door de zeer grote trommel op zijn buik wat naar achteren. Hij kon veel aan. Hij was een enorme zwarte man. In zijn rechterhand had hij een slagwapen, een stok met een soort voetbal erop. Daarmee sloeg hij in een gedragen ritme hard op het vlies. De slag werd kort daarna gedempt door met de andere hand op het vlies aan de andere kant van de trommel te drukken. De disbalans die iedere slag in zijn lichaam veroorzaakte ving hij op met een tijdige vreemde kromming van de benen en de rug. Zijn krappe rode t shirt verhulde niets. De inspanningen in de barre zon veroorzaakten natte plekken op zijn rug tussen de schouderbladen en pareltjes op de koolzwarte kop.
Hij viel in de groep snel op. De gedeukte blaasinstrumenten van de andere fanfare spelers blonken in de zon. Ieder nog op eigen wijze, doch feestelijk gekleed in afgedragen kleren. Versleten gymschoenen gewassen.
Op enige afstand daarvoor liep de schriele jonge neger met een stok. De stok had de grootte van een kleine vlaggenmast. Op de kop een wat chroomachtige versiering. De wanverhouding tussen de stok en de man was, zeker op afstand bezien, overduidelijk. Het leiderschap van deze man werd beklemtoond door een uit papier geknipte vorm van een berenmuts die hij op zijn baseball pet had geplakt. De groep volgde stipt de instructies die hij met de stok aangaf. Doordat de bewegingen van hem erg groots waren kon er geen onduidelijkheid zijn over de door de fanfare te volgen route of ritme. Naarmate er meer publiek toekeek gooide hij, met steeds grotere inzet, zijn stok omhoog om die dan vaak daarna snel van de grond op te rapen. De enkele keren dat hij de stok direct weer opving motiveerden hem om te blijven jongleren. De fanfare hield , ondanks de dan onduidelijke instructies van de dirigent, redelijk ritme.
Op het grote grasveld stonden in rijen ook groepen mensen die instructies kregen hoe zij in gelid moesten marcheren. Zij werden toegeschreeuwd door een sergeant, met pet en een klein stokje. Dit waren ongetwijfeld zo van de straat geronselde soldaten die nog geen uniform hadden. De mensen massa bewoog zich afhankelijk van de soort kreten naar links, rechts, naar voren of achteren. Sommigen vergisten zich en stapten verkeerd, daarmee de regelmaat verstorend. Als bowlingkegels wiebelde dan de groep. Er moest nog flink geoefend worden.
Op het schoolplein had Okie al gezien dat men in Oeganda van marcheren houdt. Iedere ochtend stampten de peuters en lagere schoolleerlingen met de voetjes hard op de grond. De juf met stok liet hen leerzame rijmpjes scanderen over o.a. de mango tree en het alfabet . De kinderen maakten bij die rijmpjes gelijke bewegingen met armen en benen. Veel stampen op de grond. Een soort stamdansen. Kinderen die niet goed meededen kregen een tikje met de stok. Mocht de pret niet drukken. Dit alles werd afgesloten met het volkslied. Daarna marcheerde iedere klas zingend en hard stampend met de voeten de klassen in.
Okie had de muziek al eerder op afstand gehoord, maar nog niet gezien wat er aan de hand was. Nu was hij de muziek gaan opzoeken en zag het diverse gezelschap bezig. Het verontrustte hem. Het kwam hem voor dat hier burgers werden getraind voor de strijd. Rekruten die een komende oorlog gingen voeren en werden opgeleid in de basisbeginselen van een leger. Samen marcheren. Schieten zouden ze wel in de praktijk leren. Okie had over een naderend conflict nog niet gehoord of gelezen, maar in Afrika is er snel ergens strijd. Tussen stammen of landen. Verontrust keerde Okie terug naar het Vaticaan. Carla zat niet in de klas maar op haar kamer. De lessen waren uitgevallen. Er was iets goed mis.
De ceremoniemeester van de dag was een vooraanstaande kerkganger en had Carla en Okie al eerder uitgenodigd. Nu wist Okie het ook weer. Die ochtend begon de viering van de 51e independence day.
Okie en Carla staken zich in passende kleding en gingen op de fiets rond 11 uur naar het grasveld. De mensen uit het hele district leken zich hier te hebben verzameld. Zwart van de mensen.
Okie en Carla waren intussen gekende en geziene gasten en werden officieel ontvangen. Op het veld stond een open feesttent met daarin plastic stoeltjes. De eerste rij was anders, die bestond uit huiskamer stoelen, pluche met geschoren bloemen. Deze rij was leeg. Okie en Carla werden genood om in de tweede rij plaats te nemen, achter de nog lege stoelen. In hun rij zaten al, in gestreken uniformen, de vouw nog scherp in de broek en mouwen, de militairen, politie en andere personen die met trots een gestreken uniform konden dragen. Ook de natabelen, dikke nek, kaal hoofd.
In het veld , in de felle zon, stonden in keurige rijen, mensen opgesteld om een parade aan te vangen. Nu in de goede kleding. De leerlingen van de diverse scholen, ieder in hun schooluniform. Vaak felle kleuren. Een mooi kleurenpalet. De fanfare voorop.
De spreker verwelkomde alle genodigden en speciaal de Nederlandse gasten. Okie en Carla verhieven zich dan, net als de anderen die werden verwelkomd, uit hun plastic stoeltjes om daarna minzaam naar de mensen om hen heen te buigen. Achter hen stond het vol, ook buiten de beschutting van de tent.
De grote huiskamerstoelen op de eerste rij bleven leeg. De ceremoniemeester gaf aan dat het protocol niet toestond te beginnen voordat de hoogwaardigheidsbekleders er waren. Na dit om het halfuur gezegd te hebben bleven de stoelen leeg. De zon bereikte zijn hoogste punt en de temperatuur liep onder het doek van de tent op. Okie ontdeed zich van zijn hoed. Die was niet meer wit. Door het bruine stof van de wegen en de transpiratie van zijn hoofd had de hoed iets van zijn koloniale glans verloren. Okie legde de hoed maar onder de stoel. Ook het wittige jasje ging uit. Carla deed ook wat goedbedoelde , maar nu overtollige kleding uit.
De ceremoniemeester putte zich uit om de tijd te vullen met overbodige informatie. De mensen in de rijen, de fanfare en de bezoekers stoorden zich er niet aan. De brandende zon leek hen slechts aangenaam te verwarmen. Geen flauwvallende mensen, geen eerste hulp ambulance, geen huilende kinderen, geen morrende personen. Het leeg blijven van de stoelen was voor hen een duidelijk teken van de belangrijkheid van de genodigden en zij beseften dat zij bevoorrecht waren met hun mogelijke komst. De duur van het wachten versterkte dit gevoel.
Na uren wachten kon de spreker melden dat de hoogwaardigheidsbekleders er aan kwamen. Twee witte grote auto’s, hoog op de wielen , een met een kleine vermelding erop dat die gegeven was door de UN, reden over het grasveld naar de fauteuils. De fanfare zette in. De dikke mannen en vrouwen rolden de auto’s uit de stoelen in. De spreker probeerde nu haast maken. Hij verwelkomde de hoge lieden vormelijk en nodigde een van hen uit om de wachtenden in de rijen te inspecteren. Weer een half uur passeerde. Een ieder keek in rust toe.
Nadat de fauteuils weer gevuld waren kwam er beweging in de gelederen. De fanfare zette een mars in en nu bleek het nut van hun vele oefenen. Met een ijzeren discipline bewoog zich de fanfare over het veld in moeilijke patronen naar de tent om daar dan vervolgens langs te trekken. De tamboer zette zijn slag wat aan en zijn bewegingen ook. De leider gooide nu zijn stok hoger dan voorheen en ving hem nu beter op. De toeschouwers zagen de humor van het tafereel in en er werd flink gelachen. Aan de fanfare was nu een extra persoon toegevoegd. Die droeg een fles water en een klein stokje. Enige muzikale inbreng werd van hem niet verwacht. Op aanwijzing van de leider spoedde deze figuur zich soms uit de rij naar de leider om hem het stokje te geven in ruil voor de vlaggenstok. Met deze baton trachtte de leider met grote handbewegingen de fanfare te bedwingen.
Achter de fanfare volgden in keurig marcherende rijen alle schoolkinderen, brandweer, vuilnisophalers en ander defilé lopers. Toen de groepen dichterbij langstrokken viel de staat van hun kleding op. Schoon, maar soms stak het blouse uit de kapotte ritssluiting van een rok of broek, zat er een gat in een trui, te grote en te kleine versleten schoenen.
Er werd stevig gemarcheerd. Met het hoofd schuin en strak gericht op de hoge lieden stampten politie, brandweer en allerlei gemeentelijke diensten voorbij. Er was geen remming in hun hun pas. De bezetting door de Duitsers hadden zij niet meegemaakt.
Na de parade werden de hoge lieden uitgenodigd wat te zeggen. Oegandezen hebben een speech cultuur. Men spreekt vormelijk. Eenieder wordt in volgorde van belangrijkheid uitdrukkelijk genoemd en bedankt. De opbouw van de toespraken is perfect. De aandacht wordt optimaal behouden door op de juiste tijdstippen een grapje te maken. Personen worden beleefd aangevallen. Aldus kan een toespraak al snel een uur duren. En dat gebeurde dan ook.
De toespraak van een MP had Okie uitgezeten. Deze MP gaf aan dat Oeganda rijk was en dat het westen arm was. Die hadden geen grondstoffen en daarom kwamen ze naar Oeganda. Maar Oegandezen moesten zelf aanpakken. Zij hadden daarvoor alle mogelijkheden. Zelf wat doen en niet altijd naar andere wijzen of hulp vragen. De toehoorders luisterden in volkomen stilte. Geen gepraat tussendoor of kindergehuil. Wel las hier en daar een militair rustig zijn krant door. De MP vervolgde: De recente beschuldigingen in de krant over corruptie door hem waren geheel onjuist , maar hij vond het nu niet een geschikt moment om de aantijgingen te weerleggen. Het was een feestdag. Hij zou dat later doen en lachte vriendelijk naar de pers. Het volk klapte geamuseerd. De MP zonk tevreden weer in zijn pluche zetel.
Intussen waren Okie en Carla zo opgewarmd dat zij echt de tent uit moesten. Daarbij hield Carla ook vast aan een strak tijdschema voor eten. De tijd was ruim overschreden. Carla stapte op en Okie legde de ceremoniemeester uit dat zij elders verplichtingen hadden. Zij waren de enige die door te vroeg te vertrekken het protocol overtraden.
Die avond was er op de kostschool ook een beetje feest. Uiteraard mochten de meisjes niet het dorp in. Maar ze zouden iets extra’s te eten krijgen en s’avonds zou er muziek zijn. Ze hoefden niet al om 10 uur naar bed.
De muziek klonk al door in de eetruimte van het Vaticaan. De priesters waren er nog niet over eens wie er naar het feestje zou gaan en of gaan wel verstandig was. Okie en Carla gingen zeker. Zij waren zeer uitdrukkelijk door de leraren en de leerlingen uitgenodigd. Uiteindelijk ging van de priesters een wat oudere manke priester mee; die kon toch niet dansen. Ook een jonge priester in opleiding (nog op het seminarie). Misschien om te leren de beproevingen te weerstaan.
Okie en Carla volgden door de donkerte hun oren naar de muziek. Schoorvoetend liepen zij over het zandpad naar de school. Nog een gangetje door en dat leidde naar een veld dat omsloten werd door twee gebouwen. Een beschermde omgeving. Het geluid was hard en het was stikdonker.
--------------------------------------------
Apac, 9 november 2013. Het avond feest.
De tamboer had een kaal, wat hoekig groot hoofd. Hij liep door de zeer grote trommel op zijn buik wat naar achteren. Hij kon veel aan. Hij was een enorme zwarte man. In zijn rechterhand had hij een slagwapen, een stok met een soort voetbal erop. Daarmee sloeg hij in een gedragen ritme hard op het vlies. De slag werd kort daarna gedempt door met de andere hand op het vlies aan de andere kant van de trommel te drukken. De disbalans die iedere slag in zijn lichaam veroorzaakte ving hij op met een tijdige vreemde kromming van de benen en de rug. Zijn krappe rode t shirt verhulde niets. De inspanningen in de barre zon veroorzaakten natte plekken op zijn rug tussen de schouderbladen en pareltjes op de koolzwarte kop.
Hij viel in de groep snel op. De gedeukte blaasinstrumenten van de andere fanfare spelers blonken in de zon. Ieder nog op eigen wijze, doch feestelijk gekleed in afgedragen kleren. Versleten gymschoenen gewassen.
Op enige afstand daarvoor liep de schriele jonge neger met een stok. De stok had de grootte van een kleine vlaggenmast. Op de kop een wat chroomachtige versiering. De wanverhouding tussen de stok en de man was, zeker op afstand bezien, overduidelijk. Het leiderschap van deze man werd beklemtoond door een uit papier geknipte vorm van een berenmuts die hij op zijn baseball pet had geplakt. De groep volgde stipt de instructies die hij met de stok aangaf. Doordat de bewegingen van hem erg groots waren kon er geen onduidelijkheid zijn over de door de fanfare te volgen route of ritme. Naarmate er meer publiek toekeek gooide hij, met steeds grotere inzet, zijn stok omhoog om die dan vaak daarna snel van de grond op te rapen. De enkele keren dat hij de stok direct weer opving motiveerden hem om te blijven jongleren. De fanfare hield , ondanks de dan onduidelijke instructies van de dirigent, redelijk ritme.
Op het grote grasveld stonden in rijen ook groepen mensen die instructies kregen hoe zij in gelid moesten marcheren. Zij werden toegeschreeuwd door een sergeant, met pet en een klein stokje. Dit waren ongetwijfeld zo van de straat geronselde soldaten die nog geen uniform hadden. De mensen massa bewoog zich afhankelijk van de soort kreten naar links, rechts, naar voren of achteren. Sommigen vergisten zich en stapten verkeerd, daarmee de regelmaat verstorend. Als bowlingkegels wiebelde dan de groep. Er moest nog flink geoefend worden.
Op het schoolplein had Okie al gezien dat men in Oeganda van marcheren houdt. Iedere ochtend stampten de peuters en lagere schoolleerlingen met de voetjes hard op de grond. De juf met stok liet hen leerzame rijmpjes scanderen over o.a. de mango tree en het alfabet . De kinderen maakten bij die rijmpjes gelijke bewegingen met armen en benen. Veel stampen op de grond. Een soort stamdansen. Kinderen die niet goed meededen kregen een tikje met de stok. Mocht de pret niet drukken. Dit alles werd afgesloten met het volkslied. Daarna marcheerde iedere klas zingend en hard stampend met de voeten de klassen in.
Okie had de muziek al eerder op afstand gehoord, maar nog niet gezien wat er aan de hand was. Nu was hij de muziek gaan opzoeken en zag het diverse gezelschap bezig. Het verontrustte hem. Het kwam hem voor dat hier burgers werden getraind voor de strijd. Rekruten die een komende oorlog gingen voeren en werden opgeleid in de basisbeginselen van een leger. Samen marcheren. Schieten zouden ze wel in de praktijk leren. Okie had over een naderend conflict nog niet gehoord of gelezen, maar in Afrika is er snel ergens strijd. Tussen stammen of landen. Verontrust keerde Okie terug naar het Vaticaan. Carla zat niet in de klas maar op haar kamer. De lessen waren uitgevallen. Er was iets goed mis.
De ceremoniemeester van de dag was een vooraanstaande kerkganger en had Carla en Okie al eerder uitgenodigd. Nu wist Okie het ook weer. Die ochtend begon de viering van de 51e independence day.
Okie en Carla staken zich in passende kleding en gingen op de fiets rond 11 uur naar het grasveld. De mensen uit het hele district leken zich hier te hebben verzameld. Zwart van de mensen.
Okie en Carla waren intussen gekende en geziene gasten en werden officieel ontvangen. Op het veld stond een open feesttent met daarin plastic stoeltjes. De eerste rij was anders, die bestond uit huiskamer stoelen, pluche met geschoren bloemen. Deze rij was leeg. Okie en Carla werden genood om in de tweede rij plaats te nemen, achter de nog lege stoelen. In hun rij zaten al, in gestreken uniformen, de vouw nog scherp in de broek en mouwen, de militairen, politie en andere personen die met trots een gestreken uniform konden dragen. Ook de natabelen, dikke nek, kaal hoofd.
In het veld , in de felle zon, stonden in keurige rijen, mensen opgesteld om een parade aan te vangen. Nu in de goede kleding. De leerlingen van de diverse scholen, ieder in hun schooluniform. Vaak felle kleuren. Een mooi kleurenpalet. De fanfare voorop.
De spreker verwelkomde alle genodigden en speciaal de Nederlandse gasten. Okie en Carla verhieven zich dan, net als de anderen die werden verwelkomd, uit hun plastic stoeltjes om daarna minzaam naar de mensen om hen heen te buigen. Achter hen stond het vol, ook buiten de beschutting van de tent.
De grote huiskamerstoelen op de eerste rij bleven leeg. De ceremoniemeester gaf aan dat het protocol niet toestond te beginnen voordat de hoogwaardigheidsbekleders er waren. Na dit om het halfuur gezegd te hebben bleven de stoelen leeg. De zon bereikte zijn hoogste punt en de temperatuur liep onder het doek van de tent op. Okie ontdeed zich van zijn hoed. Die was niet meer wit. Door het bruine stof van de wegen en de transpiratie van zijn hoofd had de hoed iets van zijn koloniale glans verloren. Okie legde de hoed maar onder de stoel. Ook het wittige jasje ging uit. Carla deed ook wat goedbedoelde , maar nu overtollige kleding uit.
De ceremoniemeester putte zich uit om de tijd te vullen met overbodige informatie. De mensen in de rijen, de fanfare en de bezoekers stoorden zich er niet aan. De brandende zon leek hen slechts aangenaam te verwarmen. Geen flauwvallende mensen, geen eerste hulp ambulance, geen huilende kinderen, geen morrende personen. Het leeg blijven van de stoelen was voor hen een duidelijk teken van de belangrijkheid van de genodigden en zij beseften dat zij bevoorrecht waren met hun mogelijke komst. De duur van het wachten versterkte dit gevoel.
Na uren wachten kon de spreker melden dat de hoogwaardigheidsbekleders er aan kwamen. Twee witte grote auto’s, hoog op de wielen , een met een kleine vermelding erop dat die gegeven was door de UN, reden over het grasveld naar de fauteuils. De fanfare zette in. De dikke mannen en vrouwen rolden de auto’s uit de stoelen in. De spreker probeerde nu haast maken. Hij verwelkomde de hoge lieden vormelijk en nodigde een van hen uit om de wachtenden in de rijen te inspecteren. Weer een half uur passeerde. Een ieder keek in rust toe.
Nadat de fauteuils weer gevuld waren kwam er beweging in de gelederen. De fanfare zette een mars in en nu bleek het nut van hun vele oefenen. Met een ijzeren discipline bewoog zich de fanfare over het veld in moeilijke patronen naar de tent om daar dan vervolgens langs te trekken. De tamboer zette zijn slag wat aan en zijn bewegingen ook. De leider gooide nu zijn stok hoger dan voorheen en ving hem nu beter op. De toeschouwers zagen de humor van het tafereel in en er werd flink gelachen. Aan de fanfare was nu een extra persoon toegevoegd. Die droeg een fles water en een klein stokje. Enige muzikale inbreng werd van hem niet verwacht. Op aanwijzing van de leider spoedde deze figuur zich soms uit de rij naar de leider om hem het stokje te geven in ruil voor de vlaggenstok. Met deze baton trachtte de leider met grote handbewegingen de fanfare te bedwingen.
Achter de fanfare volgden in keurig marcherende rijen alle schoolkinderen, brandweer, vuilnisophalers en ander defilé lopers. Toen de groepen dichterbij langstrokken viel de staat van hun kleding op. Schoon, maar soms stak het blouse uit de kapotte ritssluiting van een rok of broek, zat er een gat in een trui, te grote en te kleine versleten schoenen.
Er werd stevig gemarcheerd. Met het hoofd schuin en strak gericht op de hoge lieden stampten politie, brandweer en allerlei gemeentelijke diensten voorbij. Er was geen remming in hun hun pas. De bezetting door de Duitsers hadden zij niet meegemaakt.
Na de parade werden de hoge lieden uitgenodigd wat te zeggen. Oegandezen hebben een speech cultuur. Men spreekt vormelijk. Eenieder wordt in volgorde van belangrijkheid uitdrukkelijk genoemd en bedankt. De opbouw van de toespraken is perfect. De aandacht wordt optimaal behouden door op de juiste tijdstippen een grapje te maken. Personen worden beleefd aangevallen. Aldus kan een toespraak al snel een uur duren. En dat gebeurde dan ook.
De toespraak van een MP had Okie uitgezeten. Deze MP gaf aan dat Oeganda rijk was en dat het westen arm was. Die hadden geen grondstoffen en daarom kwamen ze naar Oeganda. Maar Oegandezen moesten zelf aanpakken. Zij hadden daarvoor alle mogelijkheden. Zelf wat doen en niet altijd naar andere wijzen of hulp vragen. De toehoorders luisterden in volkomen stilte. Geen gepraat tussendoor of kindergehuil. Wel las hier en daar een militair rustig zijn krant door. De MP vervolgde: De recente beschuldigingen in de krant over corruptie door hem waren geheel onjuist , maar hij vond het nu niet een geschikt moment om de aantijgingen te weerleggen. Het was een feestdag. Hij zou dat later doen en lachte vriendelijk naar de pers. Het volk klapte geamuseerd. De MP zonk tevreden weer in zijn pluche zetel.
Intussen waren Okie en Carla zo opgewarmd dat zij echt de tent uit moesten. Daarbij hield Carla ook vast aan een strak tijdschema voor eten. De tijd was ruim overschreden. Carla stapte op en Okie legde de ceremoniemeester uit dat zij elders verplichtingen hadden. Zij waren de enige die door te vroeg te vertrekken het protocol overtraden.
Die avond was er op de kostschool ook een beetje feest. Uiteraard mochten de meisjes niet het dorp in. Maar ze zouden iets extra’s te eten krijgen en s’avonds zou er muziek zijn. Ze hoefden niet al om 10 uur naar bed.
De muziek klonk al door in de eetruimte van het Vaticaan. De priesters waren er nog niet over eens wie er naar het feestje zou gaan en of gaan wel verstandig was. Okie en Carla gingen zeker. Zij waren zeer uitdrukkelijk door de leraren en de leerlingen uitgenodigd. Uiteindelijk ging van de priesters een wat oudere manke priester mee; die kon toch niet dansen. Ook een jonge priester in opleiding (nog op het seminarie). Misschien om te leren de beproevingen te weerstaan.
Okie en Carla volgden door de donkerte hun oren naar de muziek. Schoorvoetend liepen zij over het zandpad naar de school. Nog een gangetje door en dat leidde naar een veld dat omsloten werd door twee gebouwen. Een beschermde omgeving. Het geluid was hard en het was stikdonker.
--------------------------------------------
Apac, 9 november 2013. Het avond feest.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley